Glossary of terms used on this site

techniek voor het afnemen van haar door middel van folliculaire extractie.

wordt ook transplantatie van folliculaire eenheden genoemd; haartransplantatie die de folliculaire eenheid ongeschonden laat.

bestaat uit gedistilleerd water en natriumchloride in een verhouding van 9 gr per 1000 ml. Oplossing die dient om de haargrafts voor het inplanten in een ideale omgeving te bewaren.

een oedeem is de zwelling van een weefsel ten gevolge van een ongewone ophoping van serumvloeistof. Het kan verschijnen na 48 uur, en 5 à 10 dagen aanhouden. Het is pijnloos en verdwijnt vanzelf door van het voorhoofd naar de onderste oogleden, die soms ook kunnen opzwellen, te zakken. Het gebruik van ijs (cold pack) en steroïden (Medrol) vermindert het verschijnen van gezichtsoedeem aanzienlijk.

onderste bolle deel van de haarfollikel.

20 à 30 cycli tijdens de levensduur. Elke cyclus duurt gemiddeld 3 à 5 jaar. Elk haartje maakt een cyclus door die telkens opnieuw begint en waarvan de verschillende fasen een variabele duur hebben (anagene, catagene en telogene fase).

de haarfollikel is een hol gedeelte van de opperhuid of epidermis dat zich neerwaarts uitstrekt tot aan de lederhuid of dermis. De follikel (haarzakje) is een fijn zakje van opperhuidweefsel met aan de basis een breder uiteinde, de haarbulbus. De haarfollikels produceren het haar. Elke follikel wordt gevoed door een papil.

mate van dichtheid van het haar dat zowel het aantal haren per vierkante centimeter als de doorsnede van de haren omvat.

kleine gladde spier die de follikel met de huid verbindt en het haartje overeind zet wanneer het individu het koud krijgt of bang wordt.

het haar valt voortdurend uit (45 à 60 haren per dag) en hernieuwt zich ook voortdurend. Normale haaruitval is het hevigst op het einde van de zomer en in de lente. Haaruitval van meer dan 60 haren per dag wordt als bovenmatig beschouwd.

het haar valt voortdurend uit (45 à 60 haren per dag) en hernieuwt zich ook voortdurend. Normale haaruitval is het hevigst op het einde van de zomer en in de lente. Haaruitval van meer dan 60 haren per dag wordt als bovenmatig beschouwd.

Volledige of gedeeltelijke afwezigheid van haar.

soort litteken dat voortkomt uit een uitwas van de lederhuid (dermis) ter hoogte van een geheelde wonde.

organische substantie die als grondstof dient voor de opperhuid, nagels, haren en het eeltweefsel, en wat betreft haar chemische structuur op eiwitten lijkt.

term die verkeerdelijk wordt gebruikt om te verwijzen naar de vermenigvuldiging van haar in het lab vanaf haar dat op een persoon werd afgenomen. Het is juister om het te hebben over het inplanten van folliculaire cellen. Deze techniek verkeert nog in een experimenteel stadium.

bovenste of hoogste gedeelte van de hoofdhuid, ook vertex genoemd. In deze zone worden de haarfollikels (die genetisch geprogrammeerd zijn voor duurzaamheid) afgenomen voor de micrografttechnieken (FUT en FUE) om te worden overgebracht naar de schrale of kale zones.

verslapping van de spanning van de huid. Laksheid is de mate waarin de hoofdhuid “soepel” is en kan worden uitgerokken. Een goede laksheid vergemakkelijkt de extractie van FUE-grafts, en maakt het bij FUT mogelijk om een hoger aantal grafts af te nemen zonder al te veel spanning teweeg te brengen bij het aanbrengen van de hechting.

gaat gepaard met een groep aandoeningen van de hoofdhuid die een gelokaliseerde haaruitval veroorzaken die “littekenalopecia” wordt genoemd. Brengt een aantasting van de haarfollikels van de hoofdhuid teweeg die door middel van een huidbiopsie kan worden opgespoord. Bij een vroege diagnose kan een definitieve littekenalopecia vermeden worden.
Bij het uitblijven van enige ontstekingsactiviteit van de aandoening gedurende ongeveer een jaar kan een (test)haartransplantatie worden overwogen om de leefbaarheid van de getransplanteerde grafts in te schatten.

schaal die doorgaans gebruikt wordt voor het classificeren van de vrouwelijke haaruitval.

chronische auto-immune systemische ziekte uit de familie van de bindweefselziekten, d.w.z. dat ze verschillende organen van het bindweefsel aantast. Ze uit zich op verschillende manieren naargelang de individuen. Het bijgaande adjectief is lupisch.

grafts van 1 à 2 haren afkomstig van een folliculaire eenheid of een opsplitsing ervan.

grafts van 3 à 6 haren afkomstig van een of meerdere folliculaire eenheden.

een graft die meerdere folliculaire eenheden bevat.

vernietiging van de cellen van een levend weefsel. Necrose betekent de voortijdige, niet-geprogrammeerde stopzetting van een of meerdere cellen van het menselijk lichaam. Necrotisch weefsel kan zijn normale functie in het organisme niet meer vervullen, het is als het ware dood.

haaruitval die te wijten is aan een stoornis van de haarfollikel die een voortijdige onderbreking van de groeifase veroorzaakt.

schaal die doorgaans gebruikt wordt voor het classificeren van de mannelijke haaruitval. Men onderscheidt 7 stadia van androgenetische alopecia.

prostaglandine D2 (PGD2) is een eiwit dat zich in de cellen van de haarfollikels in de kale zones bevindt, in tegenstelling tot de behaarde zones.

het Plaatjesrijke Plasma of PRP maakt gebruik van de regenererende en littekenvormende eigenschappen van de bloedplaatjes. Deze techniek gebruikt de cellen van de patiënt, zonder toevoeging van vreemde lichamen. Deze plaatjes zijn in staat om lokaal groeifactoren af te scheiden om de regeneratiemechanismen van de huid en de hergroei te stimuleren door rechtstreeks in te werken op de stamcellen van de haarfollikel. (Meer info)

deze Engelse term verwijst naar een boor. Het gaat om een kleine metalen buis waarvan het uiteinde even scherp is als het snijmesje van een scalpel. Een eenvoudige druk van dit buisje met een draaibeweging volstaat voor het afnemen van een “boorkern” van de hoofdhuid. De punchboor wordt ook door dermatologen gebruikt voor het afnemen van een stuk huid voor analyse onder de microscoop. De doorsnede van de boortjes varieert naargelang de techniek: voor punchgrafts worden punches van 3 à 4 mm gebruikt, terwijl voor de folliculaire extractietechniek (FUE) boortjes van 0,8 tot 1 mm worden gebruikt.

techniek voor het afnemen en inplanten van grafts met een boor van 3 à 4 mm. Elke graft bevat 15 à 30 haren.