Glossary of terms used on this site

fysiologisch mechanisme waarbij de diameter van de bloedvaten verkleint. Meestal treedt dit op als onmiddellijke respons op een letsel aan een bloedvat om de bloeduitstorting stop te zetten. Dit is de eerste stap van hemostase.
Een vasoconstrictor (adrenaline) is een stof die op de bloedvaten inwerkt om ze te vernauwen, d.w.z. om hun vaatholte of lumen te vernauwen. In klinische settings worden vasoconstrictoren gebruikt om de bloeddruk op te drijven of om plaatselijk de bloedstroom te verminderen.
Adrenaline heeft een plaatselijke werking door de resorptiesnelheid van de narcose te verminderen en de bloeding terug te dringen.

vergroting van de doorsnede van de bloedvaten door dilatatie. Deze dilatatie wordt mogelijk gemaakt door ontspanning van de spieren in de wand van de bloedvaten (slagaders en aders). Ze kan worden veroorzaakt door een aanpassing van het lichaam.

het hoogste punt van het schedelgewelf.