Term | Main definition |
---|---|
Haarbulbus | onderste bolle deel van de haarfollikel. |
Haarcycli | 20 à 30 cycli tijdens de levensduur. Elke cyclus duurt gemiddeld 3 à 5 jaar. Elk haartje maakt een cyclus door die telkens opnieuw begint en waarvan de verschillende fasen een variabele duur hebben (anagene, catagene en telogene fase). |
Haarfollikel | de haarfollikel is een hol gedeelte van de opperhuid of epidermis dat zich neerwaarts uitstrekt tot aan de lederhuid of dermis. De follikel (haarzakje) is een fijn zakje van opperhuidweefsel met aan de basis een breder uiteinde, de haarbulbus. De haarfollikels produceren het haar. Elke follikel wordt gevoed door een papil. |
Haarmassa-index | mate van dichtheid van het haar dat zowel het aantal haren per vierkante centimeter als de doorsnede van de haren omvat. |
Haaroprichter | kleine gladde spier die de follikel met de huid verbindt en het haartje overeind zet wanneer het individu het koud krijgt of bang wordt. |
Haaruitval | het haar valt voortdurend uit (45 à 60 haren per dag) en hernieuwt zich ook voortdurend. Normale haaruitval is het hevigst op het einde van de zomer en in de lente. Haaruitval van meer dan 60 haren per dag wordt als bovenmatig beschouwd. |
Haarverlies | het haar valt voortdurend uit (45 à 60 haren per dag) en hernieuwt zich ook voortdurend. Normale haaruitval is het hevigst op het einde van de zomer en in de lente. Haaruitval van meer dan 60 haren per dag wordt als bovenmatig beschouwd. |
Aarzel niet om contact op te nemen zodat we u zo snel mogelijk verder kunnen helpen.